
Wie worden opgevangen?
De kinderen om wie het gaat
Jaarlijks komen veel kinderen zonder ouders naar Nederland en vragen asiel aan. Zij moeten hun geboorteland verlaten vanwege ongewenste omstandigheden en worden ook wel alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) genoemd.
De leeftijd varieert van 0 tot 18 jaar, maar de grootste groep is 14 jaar of ouder. Ze komen uit vele continenten en landen. Ama’s zijn meestal gevlucht uit hun eigen land omdat ze zich bedreigd voelden vanwege oorlog, chaos, onrust of andere slechte leefomstandigheden.
Sommigen werden door hun ouders of familie naar een veilig land gestuurd. Anderen kwamen zelf per boot, vliegtuig of met een vrachtauto. Een klein deel van deze kinderen reisde met broertjes, zusjes of andere familie mee, maar het merendeel reisde met een reisbegeleider of kwam alleen.
Aan de ene kant hebben deze kinderen veel meegemaakt, maar aan de andere kant hebben ze vaak een ‘normaal’ gezinsleven gekend, waardoor ze een goede ontwikkelingsbasis hebben. Deze goede basis werd echter verstoord door oorlog of een andere bedreigende situatie.
Wij zien ama’s in principe als ‘normale’ kinderen die in ‘niet-normale’ omstandigheden terecht zijn gekomen. Dit vraagt een specifieke manier van opvang, die gericht is op leren omgaan met:
– het gemis en verlies van familie;
– nare, soms traumatische, ervaringen;
– het gemis van het eigen land;
– de onzekere toekomst in Nederland;
– de nieuwe cultuur met nieuwe gewoonten, regels en een andere taal.
Asielprocedure
De kinderen dienen bij binnenkomst in Nederland een asielverzoek in. Een advocaat helpt hen hierbij en Nidos houdt toezicht op een goed verloop van de procedure. Aan de hand van de gehoren en eventuele aanvullende informatie onderzoekt de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) vervolgens of een kind recht heeft op een verblijfstitel en neemt hierover een besluit.